Video-review van Het boek van Mirdad

19
November

BESTEL HET BOEK VAN MIRDAD

In zijn tweedelige review noemt Guninder Sidhu Het boek van Mirdad een uitzonderlijk spiritueel werk dat volgens Osho zelfs het belangrijkste boek ter wereld zou zijn. De auteur, Mikhail Naimy, een tijdgenoot en goede vriend van Khalil Gibran, schreef het boek in zijn latere jaren, nadat hij zich had teruggetrokken als kluizenaar in Libanon. Sidhu benadrukt dat het boek niet bedoeld is voor vluchtige lectuur: het vraagt geduld, ontvankelijkheid en innerlijke rust, omdat de wijsheid zich geleidelijk ontvouwt als een langzaam groeiende melodie of een klassiek muziekstuk.

In het eerste deel van zijn bespreking richt Sidhu zich op de sfeer, thematiek en de eerste wijsheden uit het boek. Hij beschrijft de lectuur als een vreemde, soms ongemakkelijke ervaring, alsof men in een bovennatuurlijke omgeving terechtkomt. Toch wordt precies in die ongemakkelijkheid een bron van warmte, helderheid en inzicht geboren. Een belangrijk thema dat hem diep raakt, is de betekenis van het woord “ik”. Mirdad stelt dat “ik” niet zomaar een aanduiding is voor het fysieke lichaam of de uitgesproken klank, maar de zichtbare uitdrukking van een onzichtbaar, vormloos innerlijk wezen. Het uitspreken van “ik” zou gebeuren als een gebed: eerbiedig, bewust en met verbondenheid met de kosmische energie waaruit alle leven bestaat. Dit idee doet Sidhu denken aan Brahmgyan, waarin de mens wordt gezien als een pot gevormd uit hetzelfde universele klei—de goddelijke energie.

BESTEL HET BOEK VAN MIRDAD

Daarna bespreekt Sidhu de symbolische verhaallijn. Het boek is gesitueerd rond een klooster dat volgens de traditie is gebouwd op de plek waar Noach’s ark strandde. Wanneer een monnik sterft, verschijnt vanzelf zijn opvolger. Een van deze opvolgers is een naakte, haveloze vreemdeling: Mirdad. Aanvankelijk wordt hij afgewezen door de senior-monnik, Shamadam, maar hij wordt uiteindelijk toegelaten als bediende. Parallel aan deze geschiedenis volgt de verteller van het verhaal een zware tocht naar het klooster. Onderweg worden al zijn bezittingen — voedsel, kleren, staf, schuilplaats — hem afgenomen door symbolische figuren die hem telkens een korte les meegeven: een waardig pad zorgt voor de reiziger; minder bezit betekent minder gehechtheid; en wie recht kan lopen heeft geen staf nodig. Uiteindelijk valt hij in een duistere afgrond, terwijl de woorden “Sterf om te leven, leef om te sterven” in hem weerklinken. Wanneer hij ontwaakt, staat een mysterieuze oude man voor hem.

In het tweede deel van de review vertelt Sidhu dat deze oude man niemand minder is dan Shamaham zelf, die in een dramatische monoloog zijn vroegere ontmoeting met Mirdad beschrijft. Zijn intense haat blijkt voort te komen uit angst: Mirdads blik ontmaskerde zijn innerlijke onzuiverheden. Hoewel Mirdad zeven jaar lang niets zei en eenvoudig als dienaar leefde, straalde hij een onaantastbare kracht uit, sterker dan een ridder in vol harnas. Uiteindelijk geeft de oude man de verteller het Boek van Mirdad, waarna hij zelf verdwijnt.

Sidhu besluit met enkele kerninzichten uit het boek: onze adem en onze blik onthullen onze innerlijke staat; liefde moet totaal en onverdeeld zijn; alles is met elkaar verbonden; en liefde is haar eigen beloning, net zoals haat haar eigen straf is. Zo presenteert Het boek van Mirdad een diepgaande spirituele boodschap over zelfkennis, eenheid en liefde.

BESTEL HET BOEK VAN MIRDAD




Terug naar overzicht