In het laatste hoofdstuk van hun boek 'De grote omwenteling' benadrukken J. van Rijckenborgh en Catharose de Petri - stichters van het Gouden Rozenkruis - hoe belangrijk het is voor de leerling van de geestesschool om regelmatig stil te staan bij de eigen innerlijke ontwikkeling. Niet alleen op oudejaarsdag, maar op elk moment waarop de ziel voelt dat het tijd is om terug te kijken én vooruit te zien. Wanneer we zo’n moment van bezinning losmaken van uiterlijke tradities en sentimentele emoties, krijgt het sluiten van een cyclus een diepere, spirituele betekenis. Na de onderstaande audiospeler, waar gedeelten uit het hoofdstuk 'Sluiting van het jaar', kunnen worden beluisterd, volgen een samenvatting van de tekst van hoofdstuk 18 en de inhoudsopgave van 'De grote omwenteling'.
Het jaar, met zijn 365 dagen, is volgens de auteurs zowel een kosmische als een innerlijke reis. Iedere complete kringloop brengt ons terug bij het uitgangspunt — in de wereld en in onszelf. Maar wat dit inzicht werkelijk krachtig maakt, is dat elke dag op zichzelf zo’n volledige cyclus vormt. Zoals in het bijbelwoord klinkt: “Ik heb u gegeven elke dag voor elk jaar.” Met andere woorden: ieder etmaal biedt de mogelijkheid om een heel “jaar” aan bewustwording door te maken.
Het gaat er niet om de tijd te willen beheersen, versnellen of vertragen. De leerling wordt uitgenodigd om bóven de tijd uit te stijgen, de eeuwigheid te laten doorstralen in zijn bestaan . Want waar de dagelijkse werkelijkheid vol ritmes en herhalingen zit — ups die onvermijdelijk leiden tot downs — daar kijkt de Geest anders: voor haar is duizend jaar als één dag. Werkelijke vooruitgang ontstaat niet door lineaire ontwikkeling, maar door een innerlijke wending.
Daarom heeft een oudejaarsmoment pas werkelijke betekenis als het een definitief afscheid markeert van het web van de tijd: het moment waarop de leerling werkelijk besluit het pad van bevrijding in te slaan. Zo’n keuze maak je niet elk jaar opnieuw — je maakt hem één keer wezenlijk, en vanaf dat moment begint het nieuwe.
Deze bevrijding ontstaat niet door mystiek of occultisme, maar door transfigurisme — een totale innerlijke omvorming van de microkosmos.. Dit proces begint bij inzicht: begrijpen hoe het bevrijdingswerk werkt. Daarna volgt bereidheid: het bewust openen van de weg. Pas dan kan de grote, vernieuwende kracht — door de auteurs aangeduid als de Kracht van de Universele Broederschap of de Heilige Geest — werkelijk beginnen te werken. Deze kracht verandert de mens van binnenuit en schenkt een nieuw, intelligent te gebruiken vermogen.
De eerste stappen op dit pad vormen de echte “oudejaarsavond” van de leerling. En vanaf dat moment kan elke dag het begin zijn van een totaal nieuw leven. Zo ontvouwt zich de grote omwenteling: van het oude naar het nieuwe.
INHOUD VAN DE GROTE OMWENTELING
Voorwoord
- De atmosferische revolutie en de huidige vliegrampen
- De atmosferische revolutie en de sluiers tussen leven en dood
- Een reis naar de hel
- Een reis naar de hemel
- De strijd om de Zuidpool
- De bevrijding van de hemelse mens
- De mysteriën van Krishna
- Gnostieken, rozenkruisers en vrijmetselaren
- Pistis Sophia
- Het geheimenis van het endura
- Bevrijding
- De drie kandelaren
- Aanschouwing – doorschouwing – beleving
- De kemelsharen mantel
- Oorzaken van ziekte
- Grepen uit de Pistis Sophia
- Het vleesgeworden woord
- Sluiting van het jaar
DE ZES BOEKEN VAN DE HOEKSTEENSERIE